dinsdag 20 december 2011

Social Media gebruik onder boeren en tuinders stijgt



 
Social Media gebruik onder boeren en tuinders stijgt
Social Media is in opmars in agrarisch Nederland. 48% van de land- en tuinbouwers maakt gebruik van sociale netwerken, vorig jaar was dat nog 40%. YouTube, Hyves en Facebook zijn het populairst. Dat blijkt uit online onderzoek van AgriDirect onder 500 agrarische ondernemers.
Melkveehouders zijn het actiefst op Social Media; 51% van hen is er regelmatig te vinden. Bij varkens- en pluimveehouders ligt dit met 41% een stuk lager.
Facebook in de lift
Een jaar geleden waren boeren en tuinders nog niet zo te porren voor Facebook. 11% van de Social Media gebruikers was destijds op dit platform te vinden. Nu zegt 37% van de agrariërs die actief zijn op Social Media, Facebook te gebruiken. YouTube en Hyves blijven populair, maar ook Twitter en LinkedIn timmeren aan de weg bij deze groep.

Belangrijke informatiebron
Voor land- en tuinbouwers vormt Social Media een belangrijke bron van informatie over benodigdheden en machines voor het bedrijf. Driekwart van de agrarische Social Media gebruikers geeft aan op deze manier nieuws over dergelijke producten in de gaten te houden. Daarnaast wil 19% informatie van leveranciers ontvangen via Social Media.

Circa 500 agrarische ondernemers vulden in november de enquête in over het gebruik van Social Media en andere online communicatietools. In oktober 2010 deed AgriDirect vergelijkbaar onderzoek onder bijna 400 boeren en tuinders.
Gezien het online karakter van de onderzoeken moeten we veronderstellen dat de deelnemers ‘online georiënteerde en/of actieve agrarische ondernemers’ zijn. De onderzoeken zijn hierdoor niet representatief voor de totale populatie.
bron afbeeldingen: boerenopeenkruispunt.be; uiennieuws.nl; nieuwemedia.blog.nl

Kwart agrarische ondernemers met smartphone scant QR-codes



 
 
Kwart agrarische ondernemers met smartphone scant QR-codes
15% van land- en tuinbouwers in Nederland is in het bezit van een smartphone en/of een tablet. Een kwart van hen scant hiermee weleens QR-codes. Dat blijkt uit online onderzoek van AgriDirect onder 500 agrarische ondernemers.
10% van de Nederlandse agrariërs heeft een smartphone, 3% een tablet en 2% bezit een smartphone én een tablet.
Van de agrarische smartphone en tablet-bezitters scant 27% weleens een QR-code in bijvoorbeeld een tijdschrift. 23% weet daarentegen niet wat een QR-code is. Tevens maakt 18% gebruik van agrarische app’s.
Het smartphone-bezit onder agrariërs ligt nog ver achter bij het landelijk gemiddelde. Volgens de laatste cijfers is 42% van de Nederlanders eigenaar van een smartphone, 8% heeft een tablet (bron: Telecompaper, augustus 2011).
Circa 500 agrarische ondernemers vulden in november de online enquête in over het gebruik van Social Media en andere online communicatietools, na hiervoor uitgenodigd te zijn per e-mail. Gezien het online karakter van dit onderzoek moeten we veronderstellen dat de deelnemers ‘online georiënteerde en/of actieve agrarische ondernemers’ zijn. Het onderzoek is hierdoor niet representatief voor de totale populatie.

zondag 4 december 2011

education today and tomorrow



In dit filmpje wordt er een vergelijking gemaakt tussen het onderwijs van vroeger en de technologische opvoeding van vandaag. Het is duidelijk dat het internet en de technologische evolutie een enorme impact heeft gehad op ons allen, en dus ook op het onderwijs. Men probeert om leerlingen op een andere manier te benaderen met leerstof en dit gebeurd meer en meer met het internet en interactieve sites. Ook web 2.0 heeft hier een grote invloed gehad.
bron: http://herlindebradt.blogspot.com/2010/03/education-today-and-tomorrow.html

WEBSITE: http://www.teachertube.com Video created by Tom Woodward of Henrico County Schools Virginia Tom used the work of Karl Fisch from Colorado who created a PPT using various quotes and statistics from "flat world" thinking. Used with permission

"It must be remembered that the purpose of education is not to fill the minds of students with facts...it is to teach them to think."Anestheticum

To all the oldies out there.....IT IS NEVER TOO LATE TO START SCHOOL! Don't ever let someone who ask's you...why are you going to school at your age? Just do it for you!!!Hawthornenurse

maandag 7 november 2011

School at Sea: De eerste vermoeiende week achter de rug!!

School at Sea: De eerste vermoeiende week achter de rug!!: 30-oktober-2011 Na een week op de Regina Maris zijn we aangekomen in Cherbourg, een mooi haventje in Frankrijk. Het is snel gegaan maar er...

woensdag 19 oktober 2011

Eindeloos Bewustzijn, kan bewustzijn los van ons lichaam ervaren worden?




wetenschap in de vorm van vragen stellen met een open geest

Stelling van Van Lommel:
"Als je ervan uitgaat dat de wetenschap materialistisch is, schakel je per definitie bewustzijn uit. Want bewustzijn is niet te meten. Ik kan nooit wetenschappelijk bewijzen dat iemand verliefd is of een schilderij heel mooi vindt. En toch is het de meest grote realiteit die een mens heeft. Dus stel ik dat je een ander soort wetenschap moet hebben die ook subjectieve elementen toelaat. Wetenschap is voor mij vragen stellen met een open geest."

Boek Eindeloos Bewustzijn van cardioloog Pim van Lommel.

bron: http://www.inspiratiefilms.nl/index.php?action=article&aid=216&group_id=1&lang=NL

zaterdag 1 oktober 2011

Ouders en de loopbaan van hun kind




Op welke wijze oefenen ouders invloed uit op loopbaansucces van hun kind en wordt
hun kind hiermee ondersteund?

1. Wat helpt en hindert jongeren bij de risicovolle overgangsmomenten tussen
scholen? Welke factoren dragen bij aan uitval en falen? Worden ouders daarbij
ook als een factor gezien?
2. Wat is in de loopbaankunde gebleken over de invloed van ouders op
studiekeuze, beroepskeuze en loopbaanontwikkeling? Welke aspecten van
ouderschap zijn hier cruciaal?
3. Hoe is de kennis van ouders over de mogelijkheden in het hedendaagse
onderwijssysteem en op de arbeidsmarkt? Wat doen ouders als het hen aan
deze kennis ontbreekt? Wordt het begeleiden van hun kind bepaald door
sociaaleconomisch factoren?
Beschermende factoren in de loopbaanontwikkeling:
                                  beschermende factoren in de loopbaanontwikkeling
Interne factoren
Externe factoren
INTRAPERSOONLIJKE FACTOREN
• Self efficacy
(zelfwaarde, zelfrespect, geloof in jezelf, gevoel dat je het zelf kan: interne locus of controle, zelfvertrouwen, gevoel van identiteit)
• Autonomie
• Doelbeleving
• Oriëntatie op doel en voortgang
• Hoge verwachtingen voor succes, optimisme en hoop
• Persoonlijke verantwoordelijkheid
• Geloof, moraal
• Humor
• Positief temperament
• Vertrouwen
• Altruïsme
• Creativiteit
• Persistentie, vastberadenheid, innerlijke wil en motivatie
• Flexibiliteit
• Kritisch bewustzijn
• Vermogen tot loslaten
INTERPERSOONLIJKE STEUN
• Ouders/Familie:
- ouderlijk toezicht op de tijd na school
- opvoedings-/ouderschapstijl
- ouderlijke betrokkenheid bij school
- hoge verwachtingen voor succes
- warmte/cohesie/stabiliteit in het gezin
- vrije tijd samen als een familie doorbrengen
- positieve communicatie en bevestiging binnen het gezin
- pro-actieve houding en confrontatie met problemen thuis
- respectvolle structuur en consequente regels en gevolgen thuis
- ouderlijke stimulering van
autonomie
• Leraren/Andere volwassenen:
- hoge verwachtingen op succes
- relatie waaruit vertrouwen spreekt
- emotionele ondersteuning positieve rolmodellen
- netwerk dat gelooft in student.
• Peers (netwerk voor het bereiken van
peers)
• Netwerk van informele relaties
SOCIALE/COPING VAARDIGHEDEN
• Actieve coping stijlen:
- probleemoplossing
- vermogen om te plannen
- teamwerk
- effectieve communicatie
- actief emotionele meningsuiting
- positieve self-talk
- impuls controle
• Sterke capaciteit om relaties te vormen, interpersoonlijk bewustzijn, empathie en sociale responsiviteit
• Cognitieve competentie, kan gevolgen zien
• Erkenning van de culturele diversiteit, gevoeligheid
• Realistische beoordeling van de omgeving, capaciteit om productieve
betekenissen aan gebeurtenissen te geven, gezond perspectief op tegenspoed
• Kritisch/Reflectief denken
• Bereidheid om hulp te zoeken
• Kan van huis weggaan, iets buiten huis doen en weer aanhaken thuis
• Ontbreken van niet-productieve coping vaardigheden
- tobben
- wensend denken
- spanning verminderen
- negeren van het probleem
- jezelf de schuld geven en isoleren
INSTITUTIONELE STEUN
• Kansen voor jongeren om op constructieve wijze deel te nemen in de gemeenschap
• Sterke verbinding tussen school, gezin en gemeenschap
• Toegang tot alternatieve programma's en buitenschoolse activiteiten (na schooltijd en in de zomer)
• Uitdagend schoolcurriculum
• Stabiele, ondersteunende en respectvolle schoolomgeving
Breed scala aan hulpbronnen in de gemeenschap (culturele, geestelijke,
gezondheid, onderwijs, welzijn en veiligheid)
• Gemeenschap/School zien jongeren als belangrijke middelen en belonen inzet
• Consequente meningsuiting van
gemeenschapswaarden en normen
ten aanzien van ‘goed’ gedrag
• Formeel sociale ondersteuning door
school/religieuze verbondenheid

lees meer.................
http://www.aps.nl/NR/rdonlyres/E85EA885-F89C-4006-BD8E-C0A37679BB7C/0/OnderzoeksrapportageOudersendeloopbaanvanhunkind.pdf
onderzoeksrapportage


bronnen foto's: olbblogt.wordpress.com/page/21/; kennisnet

donderdag 29 september 2011

De paradox van keuzes

Barry Schwartz over de paradox van keuzes Video on TED.com

“The assumption is that if choice is good, more choice is better. That's not necessarily true.”


Psycholoog Barry Schwartz richt zich op een van de grondbeginselen van de westerse samenleving: keuzevrijheid. Hij is van mening dat meer keuze niet bevrijdt maar verlamt, dat de mens er eerder ontevredener dan gelukkiger van wordt.


bronnen: tedblog.typepad.com; http://www.tweeofmeer.nl/;



The paradox of choice - Barry Schwartz

‘The paradox of choice’  verscheen in 2004. Barry Schwartz is professor Social Theory and social action aan de Swarthmore University (USA).
Wij leven op dit moment in een tijdperk veel ongelimiteerde keuzemogelijkheden (persoonlijk, zakelijk en materialistisch). Hoe groter de keuze ; hoe groter de vrijheid, lijkt het wel.  Meer keuze hebben betekent namelijk dat je meer beslissingen moet maken. Maar het maken van een beslissing kost moeite. Hoe lang is ‘meer keuze hebben’ nog leuk?
Hoe meer keuze er is, hoe meer je veronderstelt  dat je perfect kiest. Maar hoe meer keuze je hebt gehad, hoe groter ook de kans dat je het achteraf gevoel krijgt de verkeerde keuze gemaakt te hebben. En omdat de opties tot een andere keuze legio waren kan het niet anders zijn, of jij hebt de verkeerde keuze gemaakt. Geen schuld zo erg als eigen schuld. Hoe kun je spijt vermijden?

donderdag 30 juni 2011

de kracht van woorden


Korte film die de kracht van woorden laat zien.

Het verhaal van een bord van Alonso Alvarez Barreda
Muziek door: Giles Lamb http://www.gileslamb.com/
Gefilmd door www.redsnappa.com directeur Seth Gardner. Cast: Bill Thompson, Beth Miller http://www.uk.castingcallpro.com/view.php?uid=217905

bron afbeelding: http://www.masters.ab.ca/

woensdag 29 juni 2011

hybride leeromgevingen kop of munt


In de landbouw hebben hybride rassen gezorgd voor de groene revolutie, waarmee een enorme productiviteitssprong is gemaakt. Biologisch gezien komen in een hybride ras de sterke eigenschappen van twee verschillende ouders samen.

Als in het onderwijs gesproken wordt over een hybride leeromgeving, wordt er verwezen naar de combinatie van de sterke kanten van  twee traditionele leeromgevingen, de school en de beroepspraktijk, die worden gecombineerd tot een nieuwe productieve leeromgeving.

De hybride leeromgeving kenmerkt zich in de eerste plaats door school en beroepspraktijk fysiek bij elkaar te brengen, in bijvoorbeeld een leerafdeling van een bedrijf of instelling, een bedrijf in de school of een adviesbureau.
De school gaat naar het bedrijf, of het bedrijf komt in de school, of school en bedrijf samen richten een nieuwe leerplaats in. Deze fysieke omgeving maakt het mogelijk leerprocessen op een nieuwe manier te organiseren. In die leerprocessen hoeven theorie, reflectie en praktijkervaringen niet onophoudelijk bij elkaar gebracht te worden, maar zijn ze wel voortdurend met elkaar verweven. Het blijven afzonderlijke elementen, maar ze vormen samen een dicht weefsel. Deze verweving kan zowel synergie als spanning opleveren.

Zijn hybride leeromgevingen  een gulden middenweg  tussen formeel en non-formeel en informeel leren?   Het gaat bij hybride leeromgevingen om het combineren van verschillende waarden. De waarde van het binnenleren en de waarde van buitenleren.  Je moet meer kanten  van de medaille van leren bekijken, door voor- en nadelen als elkaars keerzijden te zien. Het is handig om te weten welke dimensies van hybride leren tot meerwaarde of tot risico’s leiden.

hybride
- doelbewuste kruising
- combinatie verschillen
- op meerdere terreinen actief
- flexibel kunnen wisselen
- kiezen vanuit je eigen voordeel
- meerdere methoden of werkwijzen
- kruising tussen 2 soorten
- versmelting van onderdelen die niet dezelfde opbouw hebben

bronnen:
http://www.nsob.nl/2011/02/hybride-organisaties-kop-en-munt/
Leren in hybride leeromgevingen in het beroepsonderwijs Praktijkverkenning, theoretische verdieping Joke Huisman, ecbo Elly de Bruijn, Universiteit Utrecht/Hogeschool Utrecht Liesbeth Baartman, Universiteit Utrecht Ilya Zitter, Hogeschool Utrecht/ecbo Erica Aalsma,

zaterdag 25 juni 2011

LIPDUB 'middel om onderwijs (school) te promoten' ( voorbeeld RUG)




Een lipdub is een videofilm die lipsynchronisatie en audio dubbing combineert.
Een lipdub wordt gemaakt door personen of een groep mensen te filmen die een liedje  aan het meezingen of playbacken zijn. De originele audio wordt achteraf tijdens de post-productie vervangen door het originele nummer. De meest populaire lipdubs worden zo gefilmd dat ze uit een lang en continue shot bestaan, waarin de camera reist door verschillende kamers en situaties.
Een lipdub duurt meestal tussen de vier en zes minuten, en er werken tussen de 35 en soms wel 700 mensen aan mee. Ze zijn erg populair geworden met de komst van sites als You Tube. De lipdubs worden erg vaak bekeken, ook doordat de mensen die meespelen naar de filmpjes linken op Twitter, Hyves of Facebook. Populaire lipdubliedjes zijn liedjes met een vrolijke melodie.
De achterliggende gedachte van een lipdub is vaak die om de school of het bedrijf te promoten.Ze kunnen immers door een lipdub laten zien welke faciliteiten ze te bieden hebben, en wat ze laten zien hebben ze zelf in de hand. Ook wordt een lipdub gemaakt onder het mom van een schoolproject of een teambuilding. Nog een reden om een lipdub te maken is de gezelligheid die de opnames bieden. Er ontstaat een band tussen de acteurs en dat komt de algemene sfeer die op de  school of op de werkvloer hangt ten goede, en zorgt ervoor dat studenten of collegas dichter tot elkaar komen.
Tom Johnson, een schrijver die blogt over Web 2.0's effect op communicatie , schrijft dat een goede lipdub tenminste moet (lijken te) voldoen aan de volgende kenmerken:
  • Spontaniteit: Het lijkt alsof iemand het idee ter plaatse heeft bedacht, zijn videocamera gepakt heeft en iedereen spontaan mee laat gaan in zijn idee.
  • Authenticiteit: De mensen, de productie en de situatie lijkt echt.
  • Deelname: De video bestaat niet uit een specifiek persoon die playbackt, maar een groep, die allemaal spontaan deel (lijken te) nemen, en zich gedragen naar de melodie en of de tekst van het nummer.
  • Lol: De mensen in de video hebben een hoop lol samen.
Schoolvoorbeelden: http://www.schooldub.nl/ 
In 9 minuten hoor je de ervaring van een leerkracht, zie je de voorbereidingen en het eindresultaat. http://www.leraar24.nl/video/1826

Ontstaan van de lipdub Jakob Lodwick, de oprichter van Vimeo, bedacht de term "lip dubbing" op 14 december 2006. Dit was voor de video getiteld Lip Dubbing: Endless  Dream. In de beschrijving van de video schreef hij, "Ik liep rond met een liedje dat door mijn koptelefoon klonk, en filmde mezelf terwijl ik mee aan het zingen was. (...) Is er een naam voor dit? Zo niet, dan stel ik 'lip dubben' voor. "

In Newsweek werd een artikel geschreven over Michigan als een de ‘dying steden van Ameria’. Als reactie op dit artikel werd op 22 mei een bijna negen minuten durende video opgenomen met   5000 burgers van de stad die zingen het nummer American Pie van  Don McLean zingen.

Lip synching:
Combineren van audio-en video-opname op een zodanige wijze dat het geluid gesynchroniseerd is met de bewegingen van de lippen van sprekers.
Audio-dubbing:
Vervanging van geluid videoband of deel ervan door commentaar, geluidseffecten, muziek etc.

afbeelding: woweffect.be

offline en online is dat hetzelfde?

Film over het gebruik (voor- en nadelen, do's and dont's) van social media.
Hoe zou ons leven eruit zien als we offline hetzelfde doen als online?
Hoe zonderling, eigenaardig zou je gedrag zijn als je in je online life hetzelfde doet als off line?

zondag 19 juni 2011

groene onderwijskundige reis naar Suriname







STUDIE-/WERKBEZOEK
‘GROEN ONDERWIJS in Suriname’
28 oktober - 6 november 2011

Ontmoeting met de Surinaamse cultuur, de (groene) onderwijssystemen, docenten, leerlingen/studenten en de groene sector.

Programma
Een belangrijk onderdeel van het studie-/werkbezoek is het bezoeken van diverse
onderwijsinstellingen, met bijzondere aandacht voor het groene onderwijs, zoals de afdeling Agrarische Productie aan de Anton de Kom Universiteit en Natin in het landbouwgebied Nickerie.
Diverse ministeries zoals het ministerie van Landbouw (LVV), Onderwijs (MINOV) en de Nederlandse ambassade ondersteunen het doel van deze reis en willen graag een bijdrage leveren aan kennisuitwisseling door middel van een mini-seminar in Paramaribo. Daarnaast is in het programma volop aandacht voor de groene sector en voor de Surinaamse cultuur en de verschillen met onze westerse cultuur. Vanuit de wens voor veelkleurig ondernemerschap in de groene sector, bezoeken we tijdens de reis zowel kleinschalig als grootschalig groen bedrijfsleven, onderzoeksinstituten.
De grootschalige groene bedrijfsbezoeken kunnen zijn: veeslachtbedrijf in Commewijne, kippenfarm in Paramaribo, bananenplantage en rijstbedrijf in Nickerie. Kleinschalige, vernieuwende bedrijven die in het programma kunnen worden opgenomen, zijn: dierenbescherming en dierenasiel, tuincentrum, planten- en bloemenkwekerij, paardensportbedrijf en/of bloemenzaak rond Paramaribo.
In het district Nickerie staat het eco-toerisme centraal, in het district Para hebben we te maken met een gebied dat als waterwingebied wordt aangemerkt en de komende jaren bovengronds gebied milieuvriendelijker wil ontwikkelen.  In het district Coronie wordt de verwerkingsindustrie nieuw leven ingeblazen voor de verwerking van diverse fruitsoorten uit het district en in het district Saramacca hebben de boeren zich verenigd in een coöperatie met biologisch dynamisch geteelde groenten en fruit.  
De interculturele verschillen en overeenkomsten met onze westerse cultuur gaan we ervaren en beleven en we gaan daarop reflecteren; dat kan in de Nederlandse taal met de Surinamers.

visible green and no green only


aandacht voor multiculturele samenleving

Visible green and no green only
Het kosmopolitisch zelfbeeld, de internationale reputatie van  groen onderwijs en de sector staan op het spel als men alleen gericht is de groene cultuur en het exclusief gebruik van de groene inhouden.
Taal en groene cultuurbeleving  van allochtone groepen leren zien in termen van  culturele, groene verrijking en nieuwe kennisbronnen.
Pluriformiteit  vooral stimuleren.
Maak werk van de groene , multiculturele taal- en cultuurbeleving.


(bewerking van uitspraken in persbericht over afscheidsrede van Guus Extra)
bron teks: rede prof. dr. Guus Extra
persvoorlichters@uvt.nl

bronnen afbeeldingen: uvt.nl; sourcinggate.com; zazzle.com;

veranderkunde = anders kunnen kijken (optische illusies)



Na 6 biertjes ziet alles er anders uit


 
Van links naar rechts lees je hier een B, terwijl je van boven naar beneden 13 ziet staan. 
Dit figuur laat zien dat de context zeer bepalend is voor wat je hersenen waarnemen.

Indiaan of eskimo?

zondag 12 juni 2011

reflecteren op buitenschools leren


Het is de moeite waard om als mbodeelnemer voortdurend te kunnen reflecteren op loopbaancompetenties, vooral om het buitenschools leren te verbinden met binnenschools leren.
Pedagogiek als onderdeel van de beroepsvorming is belangrijk

Kwaliteitenreflectie (‘Wat kan ik?’)
Deze competentie gaat over het onderzoeken waar je goed in bent en minder goed in bent. Als je weet waar je goed in bent en wat je kwaliteiten zijn, ga je nadenken over hoe je deze kwaliteiten kunt inzetten om je doelen in je opleiding en in het werk te behalen.
Indicatoren kwaliteitenreflectie:
-          Ik weet waar ik goed en minder goed in ben;
-          Ik weet welke kwaliteiten ik kan inzetten voor het beroep wat ik wil gaan doen;
-          Ik kan de ontwikkeling van mijn beroepscompetenties en mijn talenten in verband brengen met eerdere    ervaringen in mijn leven en met beelden/inzichten over mijn toekomstige studie- en arbeidsloopbaan, c.q.  levensloop.
Motievenreflectie (‘Wat wil ik en waarom wil ik dat?’)
Motievenreflectie gaat over de wensen en de waarden die van belang zijn voor je loopbaan. Bij
motievenreflectie onderzoek je wat werkelijk belangrijk is voor je in het leven. Je denkt na over wat je
voldoening geeft en wat je nodig hebt om prettig te kunnen werken.
Indicatoren motievenreflectie:
-          Ik kan aangeven wat ik leuk en interessant vind aan mijn opleiding;
-          Ik weet wat mijn werkwaarden zijn;
-          Ik kan verband leggen tussen eerder ervaringen in mijn leven en mijn waarden;
-          Ik kan verband leggen tussen beroepsdilemma’s en mijn waarden.
Werkexploratie (‘Waar vind ik werk dat bij me past?’)
Werkexploratie gaat over het onderzoeken van werk en op waar de kansen op de arbeidsmarkt zijn. Bij deze competentie ga je ontdekken wat bepaald werk van je vraagt, welke kennis en vaardigheden je hiervoor nodig hebt. Maar ook welke waarden in dit werk van belang zijn; komen deze overeen met jouw waarden? Werkexploratie gaat ook over hoe je geschikt werk kunt zoeken. Bijvoorbeeld hoe je een sollicitatiebrief schrijft, informatie kunt verzamelen en een gesprek kunt voeren.
Indicatoren werkexploratie:
-          Ik heb een beeld van de inhoud van het werk waarvoor ik leer;
-          Ik weet welke beroepscompetenties nodig zijn in het werk waarvoor ik leer;
-          Ik weet welke leeractiviteiten ik moet ondernemen om die beroepscompetenties te kunnen ontwikkelen;
-          Ik kan de organisatiecultuur van een bedrijf onderzoeken;
-          Ik ben op de hoogte van de ontwikkelingen in het werkveld;
-          Ik kan ontwikkelingen en cultuur in verband brengen met mijn kwaliteiten en motieven;
-          Ik weet wat de actuele beroepsdilemma’s zijn in het werk waarvoor ik leer.
Loopbaansturing (‘Hoe bereik ik dat?’)
Loopbaansturing heeft te maken met keuzes maken en het onderzoeken van de gevolgen van die keuzes. Bij loopbaansturing ga je acties ondernemen om je eigen loopbaan te sturen. Bijvoorbeeld een bepaalde opleiding volgen waardoor je een beroep kunt uitoefenen dat bij je past. Of door met anderen te gaan praten over wat je wilt en kunt. Je plant de activiteiten die je wilt ondernemen. En je organiseert de hulp die je hierbij nodig hebt. Loopbaansturing heeft te maken met het heft in eigen hand te nemen en initiatief te tonen.
Indicatoren loopbaansturing:
-          Ik kan doelen stellen voor mijn studieloopbaan;
-          Ik baseer keuzes in mijn leerproces op mijn kwaliteiten en waarden, en op mijn toekomstwensen;
-          Ik organiseer de begeleiding die ik nodig heb om mijn leerproces te sturen;
-          Ik stem mijn mogelijkheden en (ontwikkel)wensen af de specifieke situatie van de stage/werkorganisatie  en/of arbeidsmarkt;
-          Ik toon mijn kwaliteiten en motieven in werk, stage en op de arbeidsmarkt.
Netwerken (‘Wie kan me daarbij helpen?’)
De loopbaancompetentie ‘netwerken’ gaat over contacten opbouwen en onderhouden die je helpen in je loopbaan. Deze contacten gebruik je bijvoorbeeld om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en welke mogelijkheden er allemaal zijn. Je kunt je contacten uit je netwerk ook gebruiken om daadwerkelijk een nieuwe baan te vinden. Het blijkt dat je de meeste kans hebt om een nieuwe baan te vinden, wanneer contacten uit je netwerk je hierbij helpen.
Indicatoren netwerken
-          Ik beschik over een netwerk van mensen die mij kunnen helpen bij mijn (studie)loopbaan;
-          Ik onderhoud mijn netwerk en breid het uit;
-          Ik kan iets betekenen voor mensen in mijn netwerk.

bronnen: Marinka Kuijpers en Frans Meijers, Annemarie Oomen