woensdag 30 maart 2011

quotes social media en connectivity

Boek: De impact van sociale netwerken op organisaties en leiderschap (Menno Lanting)

Praktisch boek met Nederlandse voorbeelden en literatuuronderzoek. Het boek laat zien wat sociale netwerken kunnen betekenen voor een organisatie.
Menno Lanting heeft een eigen weblog (www.mennolanting.nl) en is te volgen via Twitter.com/mlanting

zaterdag 26 maart 2011

een leven lang leren, lang leven het leren

Expositie Masters in Leren en Innoveren, waar werkveld en studenten elkaar ontmoeten.
1 april  2011 13.45- 16.15
Locatie: AERES GEBOUW, BOVENBUURTWEG 27, 6717 XA EDE

Innovatie, kenniscreatie, teamleren, onderzoek.
De eerste groep Master-studenten "Leren & Innoveren" staan op het punt van afstuderen.
Tijd voor een terugblik en een oog op de toekomst!
Hoe hebben de studenten de verbinding tussen wetenschap en praktijk gelegd?
Hoe zijn zij gegroeid naar hun toekomstige rol als innovator?
Tijdens de voor dit doel georganiseerde expositie zullen deze vragen beantwoord worden en kunt u ontwikkelingen en resultaten van dit ontwikkelingstraject bewonderen in een interactieve bijeenkomst.
Programma
13:45 inloop
14:00 welkom
14:15 expositie
15:15 innovatief,
verbindend intermezzo
15:30 expositie
16:15 informele afsluiting

donderdag 24 maart 2011

Shining eyes

Professor Fred Korthagen :Al van kinds af aan was ik geïnteresseerd in dat moment dat er iets gebeurt tussen leraar en leerling. In de diepe motivatie die kan ontstaan in hun interactie. In de kwartjes die opeens vallen. Zoiets is zelfs fysiek waar te nemen bij een leerling. De Japanners hebben er een woord voor. De beste vertaling is shining eyes’, maar letterlijk betekent het woord ‘het licht dat schijnt van binnenuit’. In Japan is het een criterium voor goed onderwijs.”
 


                                                      De rekentoets van Peter:
                     “Je hebt het fout”
                                  of
                     “Bijna alles goed”


                                      Opgelegde onderwijsinnovatie heeft geen zin
                                       De leraar die je bijgebleven is: kwaliteit of competentie?
                                       Positieve Psychologie: van rode strepen naar groene krullen
                                       Iedereen heeft kernkwaliteiten

zondag 20 maart 2011


Tips  voor communicatie social media in het onderwijs:
Tips voor communicatie richting ouders
-   Leg uit dat leerlingen niet aan hun lot worden overgelaten
-    Maak duidelijk dat theorie belangrijk blijft (en dat er wel degelijk nog ‘gewone’ lessen zijn). Laat het  evenwicht zien tussen kennis, vaardigheden en gedrag.
-    Leg uit wat social media is.
-    Benadruk dat  je als onderwijsinstituut  niet solistisch opereert, maar het bedrijfsleven betrekt bij de  social media
-    De ouderavond is een goed middel om met ouders te communiceren over social media

Tips voor communicatie richting leerbedrijven
-    Maak de tekst zo concreet mogelijk. Daar hebben veel bedrijven die opleiden serieus nemen, het meeste aan
-     Geef duidelijke voorbeelden.
-     De verschillen tussen bedrijven zijn groot. Dat kan te maken hebben met omvang, achtergrond, opleidingsbeleid enzovoort.  Differentieer per opleiding/ branche/sector.
-     Bedenk in welke branche of sector je opereert en pas de tekst hier op aan.
-     Maak duidelijk wat  het gebruik van social media in  het onderwijs betekent voor bedrijven bij de begeleiding en de examinering.

Tips voor communicatie richting leerlingen
-    Vooral geen ‘jongerentaal’ gebruiken.
-      Aan verhalen over hoe het was voordat de leerlingen zelf op school zaten, hebben jongeren geen boodschap. Benadruk vooral hoe het onderwijs er straks uitziet.
-      Hou het simpel, maar onderschat de jongeren niet.
-      Maak telkens de vertaalslag naar de leerlingen toe: wat betekent deze informatie voor hun opleiding?

bron afbeelding: http://www.alexisvandam.nl/

vrijdag 18 maart 2011

bricks, bytes and behaviour ( het nieuwe werken)


Bij het nieuwe werken gaat het om de bricks, de stenen van een gebouw waar je elkaar kunt ontmoeten, inspiratie opdoen. De bytes zeggen iets over het web 2.0 gebruik smartphone, laptop, i-pad, video-conferencing. Behavior is de meest lastige en daarbij gaat het om verandering en aansturing van gedrag waarbij vertrouwen, autonomie en flexibiliteit belangrik zijn.


bron: Het nieuwe werken ontrafeld. Highlights onderzoek van Bright & Company naar Het Nieuwe Werken in opdracht van Stichting Management Studies.

dinsdag 8 maart 2011

zaterdag 5 maart 2011

Hoe maak je jezelf 'schaalbaar"?


Hoe maak je jezelf "schaalbaar', zodat je ook op een andere manier van waarde kunt zijn, dan alleen in loondienst?
Martijn Aslander vertelt..................................................................

bon voyage in sociale media


bron afbeelding: http://forum.libelle.nl/forum/list_message/1566887

Bon voyage in de sociale media


1. Plaats  me-centered berichten
-          Informeer de lezers met een gestage stroom van me-centered berichten, zodat je als  "kleine vis in een grote vijver."  zichtbaar wordt
-          Vergroot je aanwezigheid via het schakelen met anderen
-          Cultiveer je ‘niche’ door het aanbieden van  iets dat lezers  kunnen gebruiken: tips, tools, advies, links, feedback.
-          Retweet
2. Open  meerdere accounts op meerdere sociale netwerken
-          Gebruik  een account  meer dan eens op een blauwe maandag
3. Wees geduldig Ho-hum
-          Plan elke dag tijd in
-          Post inhoud van hoge kwaliteit voor een gerichte doelgroep
4. 'How-hum'
-      Kies voor het ter beschikking stellen van nieuwe invalshoeken, nieuwe perspectieven, iets orgineels of het laatste nieuws
5. Voorkom langdradigheid
-          Houd berichten kort, lief, en to the point
-          Biedt waarde, niet volume



 

6. Take-away’ waarde
-     Bouw vriendeschappen op en biedt content aan met take-away waarde
-        "Please" en "Dank u" gelden zowel in reële en virtuele werelden.
7.  Social media is een gemeenschap.
-       Denk in dialoog, niet in monoloog.
-     Focus op het opbouwen van relaties en netwerken

Wat kunnen innovatoren leren van QWERTY?



Wat kunnen innovatoren leven van het QWERTY-toetsenbord en het betere, onbekende alternatief?

Het toetsenbord  heeft linksboven meestal de letters  QWERTY De QWERTY-indeling is ontstaan in de begintijd van de typemachine, eind 19e eeuw. Er is  een andere  indeling is waar je sneller en ergonomisch meer verantwoord op kunt typen.
De eerste typemachine dateert uit 1873, de Sholes & Glidden Type Writer en had al een QWERTY-toetsenbord. Het idee achter het ontwerp was om te voorkomen dat de hamertjes van de typemachine klem raakten in elkaar. Om die reden werden letters die veel gebruikt werden ver uit elkaar geplaatst, zodat een gebruiker langzamer zou typen.  De westerse wereld typt in de 21ste eeuw nog met een toetsenbordindeling die ontstaan is in de 19e eeuw, die gemaakt is om langzaam te typen en die de linker hand onevenredig zwaar belast.
Het Dvorak-toetsenbord was een alternatief  en  is in de jaren dertig van de vorige eeuw ontwikkeld door professor Dvorak. Het is gemaakt om zo snel mogelijk te typen met zo min mogelijk inspanning. Ten opzichte van QWERTY wijkt het af op drie fundamentele punten:
1 klinkers links, medeklinkers rechts, zodat de handen om en om gebruikt worden (goed voor typesnelheid)
2 de rechter hand zwaarder belasten dan de linker (ergonomisch logischer)
3 zoveel mogelijk woorden typen met de middelste rij (goed voor ergonomie en snelheid)


Hoe komt het dat (vrijwel) niemand Dvorak gebruikt? 
Aan de hand van the Diffusion of Innovations van Everett Rogers:
1 Relatief voordeelVoor een overstap van QWERTY naar Dvorak zijn vooral op het gebied van gemak, efficiency en ergonomie goede argumenten te vinden. 2 CompatibiliteitDie is helaas gering als het gaat over Dvorak: het toetsenbord moet verbouwd worden, wat voor de meeste gebruikers een hele toestand is.
3 Complexiteit
In de vergelijking QWERTY-Dvorak is dit de grootste hindernis. Het vergt dat mensen opnieuw leren typen, wat een flinke training vergt. Daar komt bij dat het lastig is om terug te gaan naar QWERTY, waardoor het lenen van iemand anders' typemachine (vroeger) of een email sturen in een internetcafe (nu) een hele toestand wordt.
4 TestbaarheidEen stapsgewijze, geleidelijke overstap helpt, een drastische overstap hindert. Helaas is de overstap van QWERTY naar Dvorak een 'alles-in-één' operatie.
5 ZichtbaarheidOok hier scoort Dvorak slecht: alleen iemand die heel goed kijkt ziet dat iemand op een ongebruikelijk toetsenbord werkt.

De optelsom van deze snelle analyse is dat het Dvorak toetsenbord maar op één factor goed scoort: het relatieve voordeel. De andere vier factoren zitten tegen. Geen wonder dus dat Dvorak niet aangeslagen is. Tegelijkertijd typen iedere dag honderden miljoenen mensen  op een toetsenbord dat gemaakt is om langzaam te typen.

Sir Ken Robinson: Bring on the learning revolution! | Video on TED.com

Sir Ken Robinson: Bring on the learning revolution!

 ( animatie of a talk) 
Sir Ken Robinson maakt een vergelijking met fastfood en onderwijs. Volgens hem heeft onderwijs geen evolutie maar een revolutie nodig.
Sir Ken Robinson makes the case for a radical shift from standardized schools to personalized learning-reating conditions where kids' natural talents can flourish.
Sir Ken Robinson challenges the way we're educating our children. He champions a radical rethink of the school systems, to cultivate creativity and acknowledge multiple types.


TED: ideas worth spreading.
TED is a small nonprofit devoted to Ideas Worth Spreading. It started out (in 1984) as a conference bringing together people from three worlds: Technology, Entertainment, Design. Since then its scope has become ever broader.
http://www.ted.com

Leerstijlentest Kolb, test je leerstijl | 123test.nl

bron afbeelding: www.e-testen.nl/testen/pentalearn.html
Leerstijlentest Kolb, test je leerstijl 123test.nl
Hoe leer je?
Weet je wat jouw voorkeursleerstijl is dan weet je ook wat er, qua leerstof en studie, het beste bij je past.
In totaal zijn er 4 leerstijlen, dat wil zeggen 4 manieren waarop je dingen kunt leren. Afhankelijk van de leerstof en de situatie gebruik je een bepaalde leerstijl. Mensen hebben echter ook een favoriete manier van leren, oftewel een voorkeursleerstijl.





donderdag 3 maart 2011

zes niveaus van scheiding

Six degrees of separation
(Letterlijk "zes niveaus van scheiding") is een theorie die stelt dat een ieder op onze planeet, via een netwerk met zes niveaus, met elkaar verbonden is.
Via een netwerk, met maximaal vijf tussenschakels, is een ieder op onze planeet met elkaar verbonden. Deze hypothese is voor het eerst geopperd door de Hongaarse schrijver Karinthy Frigyes. Het concept is gebaseerd op het idee dat het aantal kenniskringen exponentieel toeneemt met het aantal schakels in de netwerkketen.
Via een netwerk, met maximaal vijf tussenschakels, is een ieder op onze planeet met elkaar verbonden

Men kan het ook wel vergelijken met wat de vrienden van de Hongaarse wiskundige Paul Erdös hadden verzonnen: het Erdősgetal.

Social Media Revolution 2 (Refresh)

                                              van web 1.0                             naar  web 4.0

Social media een hype?


Hoe werkt een sociaal netwerk?
http://www.youtube.com/watch?v=6a_KF7TYKVc&feature=player_embedded
Hoe werkt twitter?
http://www.youtube.com/watch?v=ddO9idmax0o&NR=1
Hoe werken blogs?
http://www.youtube.com/watch?v=NN2I1pWXjXI&NR=1
Hoe werkt RSS?
http://www.youtube.com/watch?v=0klgLsSxGsU&NR=1
Hoe werkt het WWW?
http://www.youtube.com/watch?v=wZoMbBzqxyc&NR=1


bron afbeelding: rexfreiberger.com;
Social Media Revolution 2 is a refresh of the original video with new and updated social media & mobile statistics that are hard to ignore. Based on the book Socialnomics by Erik Qualman.

dinsdag 1 maart 2011

Praktisch en Oriënterend onderwijs. (Loopbaan)leren op basis van arbeidsgebieden en een krachtige leeromgeving.
Auteurs: Els Otten-Oomen en Annemarie Oomen
Uitgave APS, Utrecht 2009


Het doel en de kernen van Praktisch en Oriënterend onderwijs
De leerling onderzoekt op praktische wijze (on)bekende activiteiten in de totale wereld van de arbeid, oriënteert zich op de benodigde en eigen competenties en is gemotiveerd om het onderwijs erna te volgen als een middel om de eigen passie en doelen in het leven te realiseren.


Arbeidsgebieden zijn een samenhangend deel van werkzaamheden in de samenleving. De veertien arbeidsgebieden, gerangschikt naar de primaire, secondaire en tertiaire arbeidsdeling, zijn in 1991 geïntroduceerd door Wijers:
Primaire levensbehoeften
A. voeding;
B. gebouwen;
C. kleding;
D. gezondheid & zorg;
E. natuurlijke omgeving;
F. energie & grondstoffen;
G. gebruiksvoorwerpen & apparaten;
H. infrastructuur & transport;
I. informatie & communicatie;
J. opvoeding & onderwijs;
K. staat en veiligheid;
L. kunst, cultuur en wetenschap;
M. arbeid & economie;
N. recreatie.

Bij Praktisch en Oriënterend onderwijs creëren de docenten situaties voor het leren van de leerlingen. Docenten ontwerpen de leersituaties volgens een vijftal condities en ze zijn, zoals de praktijk heeft laten zien, meestal steeds beter in staat dit te doen.
Vijf condities aan leersituaties
1. Functioneel, realistisch of levensecht.
2. Keuzemogelijkheden bieden in thema en aanpak.
3. Uitnodigen tot activiteit van de leerling zélf en metacognitie.
4. Systematisch het besef van bekwaamheid ontwikkelen.
5. Tegemoet komen aan basisvoorkeuren (Holland-oriëntaties).
Hoe kom je er nou achter voor welk type activiteiten jij een voorkeur hebt en welke werksoort bij jou past? Daarvoor is het goed zicht te hebben op je basisoriëntatie.
Holland-oriëntaties
Realistische oriëntatie
Dit zijn de doeners die houden van activiteiten waarin zij heel direct kunnen omgaan met dieren, planten of materiaal. En iets nieuws kunnen vormgeven met gereedschappen, machines, materialen, planten of dieren. Iemand met een realistische oriëntatie heeft een goed technisch inzicht, is handvaardig en gebruikt graag lichaamskracht. Doorgaans houdt hij niet van sociale bezigheden en mist ook de vaardigheden daarvoor.
Voorbeelden type opdrachten: maak, bouw, ontwerp, doe…
Intellectuele oriëntatie
Mensen met deze oriëntatie willen de verschijnselen om zich heen via onderzoek en observatie doorgronden en beheersen. Zij bezitten wetenschappelijke en wiskundige vaardigheden. Over het algemeen is er een afkeer van activiteiten waarin overtuigen, sociale omgang of routine wordt verwacht. Voorbeelden type opdrachten: lees, onderzoek, bedenk, zoek op, vergelijk, beschrijf, bediscussieer, beredeneer, bespreek…
Artistieke oriëntatie
Artistiek georiënteerde mensen hebben een voorkeur voor vrije ongestructureerde activiteiten waarin zij zich op kunstzinnige wijze kunnen uiten. Zij bezitten artistieke vaardigheden: toneelspelen, schrijven, tekenen, schilderen,
beeldhouwen, musiceren of dansen. Men houdt niet van geordende, systematische werkzaamheden en bezit weinig administratieve vaardigheden.
Voorbeelden type opdrachten: ontdek, maak, ontwerp, teken, voel, onderga, bekijk…
Sociale oriëntatie
Iemand met een sociale oriëntatie houdt van werkzaamheden waarin hij met andere mensen kan omgaan. Om die te informeren, onderwijzen, ontwikkelen, genezen, verzorgen of amuseren. Hij bezit contactuele vaardigheden
zoals tact, geduld en aandacht. Doorgaans houdt hij niet van technische bezigheden en mist hij de vaardigheden daarin.
Voorbeelden type opdrachten: organiseer, bespreek, bediscussieer, luister…
Ondernemende oriëntatie
Mensen met een ondernemende oriëntatie streven echte (grote) doelen na, in organisatorische, politieke of economische zin. Zij geven goed leiding, weten anderen te overtuigen, houden niet van wetenschappelijke activiteiten en bezitten ook weinig vaardigheden in die richting.
Voorbeelden type opdrachten: regel, organiseer, doe, presenteer, overtuig, overleg…
Conventionele oriëntatie
Iemand met een conventionele oriëntatie heeft een voorkeur voor duidelijk geordende werkzaamheden die een precieze en systematische aanpak vergen.
Hij bezit administratieve vaardigheden, heeft een afkeer van onduidelijke en ongestructureerde activiteiten en mist artistieke aanleg.
Voorbeelden type opdrachten: laat zien, vat samen, orden, vergelijk, maak, zet neer

Loopbaancompetenties (Kuijpers e.a., 2003, 2006)
Kwaliteitenreflectie: beschouwing van capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan. Het gaat hier om het reflecteren op aanwezige competenties.
Motievenreflectie: beschouwing van de wensen en waarden die van belang zijn voor de eigen loopbaan.
Werkexploratie: onderzoek van werk en mobiliteit in de loopbaan.
De oriëntatie op het inzetten van werkcompetenties staat hierin centraal.
Loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van het leer- en werkproces. Het gaat hierbij om het plannen van en het onderhandelen over de ontwikkeling en het inzetten van werkcompetenties voor de loopbaan.
Netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de interne en externe arbeidsmarkt gericht op loopbaanontwikkeling.


Centrale waarden voor de Generatie Einstein (Boschma, & Groen, 2006)
Authenticiteit in identiteit in de betekenis van: jezelf zijn, ergens voor staan, je eigen mening hebben. Zo’n proces van identiteitsvorming duurt een aantal jaren en gaat gepaard met experimenteren met onder meer kledingstijlen, leefgewoontes. Authenticiteit verwachten jongeren ook van de anderen om hen heen. Mensen en instellingen als een school moeten
niet opeens leuk willen doen.
Respect in de betekenis van respect voor je eigen kunnen en je authenticiteit. Het gaat niet om iets goed te kunnen imiteren, maar om het volledig meester zijn’ in wat dan ook.
Zelfontplooiing door baan en opleiding is het hoogste goed voor autochtone jongeren. Terwijl:
Eer door statusverhogende activiteiten (ook opleiding, baan, goed gedrag ten aanzien van familie en geloof) en statusverhogende aankopen het hoogste goed is voor met name Turkse en Marokkaanse jongeren.
Het netwerk Praktisch en Oriënterend onderwijs (PSO)  heeft  de derde generatie PSO vorm gegeven. Het was gericht op het versterken van het begeleiden van het loopbaanleren door leraren en mentoren. Meerwaarde van dit project was dat naast de bekende principes van Meijers & Kuypers voor loopbaangesprekken twee zaken werden toegevoegd: - toepassing van evidence based effectiviteitsregels ( gebaseerd op Brown, S.D. e.a. (2003); - verkenning en afweging van de context waarin loopbaanafwegingen plaatsvinden met het instrument MSCI ( My System of Career Influences).  Gebaseerd op: Patton, McMahon & Watson (2005).